Foute uitdrukkingen

De 'foute uitdrukkingen'-lijst:

    • Dit steekt er met kop en schotel bovenuit.

    • Dat is er met de paplepel ingeslagen.

    • Dat is niet tegen Dobermannsoren gezegd.

    • Ik ben er helemaal infuus van.

    • Hij kreeg een staande ovulatie.

    • Dan sta je mooi voor Jan met de korte lul.

    • Laten we geen oude vissen uit de sloot halen.

    • Ik erger me kostelijk.

    • Ik sta helemaal triplex.

    • De aandeelhouder wint.

    • Laten we met een schone luier beginnen.

    • Dat is vechten tegen de bierkraan.

    • Het escaleert helemaal uit de hand.

    • Je brengt me helemaal van mijn abrikoos.

    • Nou, dat doe je niet verdienstelijk.

    • Het is het één of het twee.

    • Pak je borst maar vast.

    • Dat legt geen doden aan de zeik.

    • Iemand dood maken met een blije mus.

    • Je moet een gegeven paard niet in de bek zeiken.

    • Je kon een speld in een hooiberg horen valllen.

    • Je bent nog niet zo'n kleine stommerik.

    • Waar heeft dat nou voor nodig?

    • Het maakt mij niet erg.

    • Dat slaat nergens over.

    • Och dat geeft toch niets uit.

    • Dat helpt geen nut.

    • Moet je zeggen wie het hoort.

    • Ik moet niet teveel rijden; ik moet nog drinken.

    • Tegen een Hell's Angel: 'Ga eens opzij met je brommer.'

    • Er waren drie doden, waarvan twee ernstig.

    • We gaan er met de volle 50% tegenaan.

    • Misschien ben ik wel heel intelligent, ik weet alleen niet wat dat betekent.

    • Ik maak weleens taalfouten, maar ik ben dan ook geen Neerlandici.

    • Ik heb wel Nederlands gehebt, het heb alleen niet zo gehielpt.

    • Ik spreek vloeibaar Nederlands.

    • Wie niet sterk zijn, moet slim is.

    • Ik zal je eens een poepie van eigen deeg laten ruiken.

    • Ik heb met jou nog een varkentje te schillen.

    • Hij was opslag halfdood.

    • De beste stuurlui staan aan de wallen.

    • Wat is er aan de hand? Vijf vingers!

    • We moeten nu de koe bij de uiers vatten.

    • 't Is al weer vroeg laat.

    • Beter laat dan vroeg.

    • Wie laat begint, mag vroeg weer naar huis.

    • Dat is dood een goed mens.

    • 't Is een goed jaar voor de tijd van het weer.

    • Qua geld kost dat financieel niet duur.

    • Het is binnen buiten dan warmer.

    • Zo oud als de weg naar Metusalem.

    • Met de stok op de kippen gaan.

    • Met de kippen naar bed gaan.

    • Vanavond gaan we de bloempotjes buiten zetten.

    • We hoeven niet opnieuw het ei uit te vinden.

    • Ik ben er erg door gevaccineerd.

    • Dat introduceert me niks.

    • Och, daar kraait geen hond naar.

    • Hij heeft een aardje naar zijn gaatje.

    • Iemand blij maken met een dooie mug.

    • Ik word met scheve schaatsen aangekeken.

    • Ik ben niet bijgelovig, want dat brengt ongeluk.

    • Aha, daar komt de kat uit de zak.

    • Eerst de kat uit de boom zeiken.

    • De bakken komen met regen naar beneden.

    • Het regent dat het pijpt.

    • Ik ben mooi met de aap uit de mouw gelogeerd.

    • Dat is geen vraag op mijn antwoord.

    • Geef mijn portie maar aan Flipper.

    • We gaan er met verkrachte eenden tegenaan.

    • Daar krijg je stierballen van.

    • Ze heeft een postanale depressie.

    • We moeten maar eens polsstokhoogte nemen.

    • Hij heeft z'n arm in een nutella.

    • 't Is zuipen of verpompen.

    • Op het scherpst van de schede.

    • Je moet geen wakkere honden slapend maken.

    • Je ziet hier veel gapen en scheiten.

    • Reinig het 'pisgatje' met 'stierepis'.

    • Ik heb een leuke jas op de kip getokt.

    • Dat mag de prut niet drekken.

    • Sorry, neemt u mij niet dadelijk.

    • Dat vind ik steen geil.

    • Iedereen moest worden geëjaculeerd.

    • Executeert u mij.

    • Ons bedrijf gaat fusiëren.

    • Zal ik dit blad even voor je copuleren?

    • Ik zal het voorval eens anaalysren.

    • Ik heb een gespierde scheur.

    • De ovulutietheorie van Darwin.

    • Wat insemineer je daarmee?

    • Ik ben erg quensecont.

    • Je moet niet dronken dat ik denken ben.

    • De overvallers begonnen zomaar in het wilde westen te schieten.

    • Het is niet alles koek en ei wat er blinkt.

    • Er moet kaas op de plank komen.

    • Ik zou niet naast zijn schoenen willen lopen.

    • Ik voelde me een beetje disney worden.

    • Zij hebben een huis van een kast.

    • Je imiteert me mateloos.

    • Je denkt toch zeker niet dat je bang voor me bent?

    • Ik kan dit niet door de beugel tolereren.

    • Je hebt er geen hout van gegeten.

    • Je nekt uit je lul.

    • Hartelijk geteleviseerd.

    • Ik zie de lul al hangen.

    • Du pain, du vin, du rex.

    • Nu gaat er een lampje bij me rinkelen.

    • Vroeger; toen je koe nog met een korte oe schreef.

    • Och, het is ook al net zo lang als het kort is.

    • Het kost een placenta, maar dan heb je ook iets.

    • Het was zo stil, je kon een muis horen vallen.

    • Hij kijkt alsof hij vuur ziet branden.

    • Van de regen in de sloot raken.

    • Je moet je niet de kaas voor de voeten weg laten maaien.

    • Hij heeft er geen boter, kaas en eieren van gegeten.

    • Ik word hier zo moederloos van.

    • Oost west, lest best.