Hyperbool en understatement

Hyperbool

De inhoud van de mededeling wordt hierbij overdreven vergroot.

Voorbeelden hiervan:

  1. Tjonge, het duurt nog tot Kerst voordat die minuut verstreken is!

  2. Ik weet niet wat voor windkracht het is vandaag, maar ik denk wel windkracht 80!

  3. Ik verveel me dood.

  4. Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.

  5. Ik heb wel een eeuw op je staan wachten.

Omdat je dagelijks hyperbolen gebruikt, merk je het speciale effect van de overdrijving niet meer op.

Understatement

Dit is het tegenovergestelde van de hyperbool: de mededeling wordt overdreven afgezwakt. Hierdoor ontstaat een spottend effect.

Het is dus op een spottende manier iets verkleinen of verzwakken. Het verschil met het eufemisme zit hem in de spot.

Voorbeelden

  1. Als je een één voor die toets hebt gekregen, zul je wel een paar foutjes gemaakt hebben.

  2. Die regisseur heeft met zijn speelfilms ongetwijfeld een paar centjes verdiend.

  3. Mijn steenrijke oom heeft een stulpje aan de Rivièra gekocht.

  4. Toen zijn partij weer vier zetels had gewonnen in de peilingen reageerde de fractieleider met: 'Niet slecht'.

  5. 'Ik doe dat wel even', zei de man toen hij het brandende huis in rende om zijn kinderen te redden.

  6. Zo'n drastische prijsverhoging zal niet bevorderlijk zijn voor de export van het product. (= ronduit slecht)

  7. Het aan het licht komen van de belastingfraude kwam de president niet erg gelegen. (= verkleinde zijn kansen aanzienlijk