Hun of hen?

De regel:

Hun gebruiken we als meewerkend voorwerp als er geen voorzetsel aan voorafgaat;

hen gebruiken we als lijdend voorwerp en na alle voorzetsels

(dus ook als meewerkend voorwerp na een voorzetsel)

We hebben het hun gegeven. (meew. vw, geen voorzetsel)

maar:

We hebben het aan hen gegeven. (voorzetsel)

Achter hen zag Sonja een slang. (voorzetsel)

Wij hebben hen bespioneerd (lijd.vw.)

Dus fout:

Ik had hen verteld dat ik voor iets anders zou kiezen. (meew.vw)

Op slag van rust leek de linkerspits hen dan toch de gelijkmaker te bezorgen. (meew.vw)

Oefenen?.............. Klik Oefening hun of hen