Ironie, sarcasme en cynisme
Ironie
Ironie wordt vaak gebruikt om te laten merken dat je het ergens niet mee eens bent.
Ironie is eigenlijk milde spot. Wie ironiseert, heeft echter nog niet de bedoeling bitter te zijn of mensen te kwetsen. Typisch voor veel ironische uitlatingen is, dat het tegengestelde gezegd wordt van hetgeen men bedoelt. Je merkt geregeld aan de ietwat overdreven toon, dat de spreker het niet ernstig, maar ironisch meent. Zo zou een leraar kunnen zeggen tegen een leerling die een slecht cijfer haalt:
"Je hebt je zaken wel goed geleerd, moet ik zeggen!"
Of tot een te laat komende leerling:
"Je vindt het toch niet erg dat we al begonnen zijn?"
Andere voorbeelden:
'Je kletst me de oren van het hoofd', zei de leraar tegen het verlegen meisje.
"Het ziet er weer schitterend uit", zei de trainer toen we in de drenzende regen liepen.
De ANWB meldde dat de gipsvluchten het dit jaar weer goed hadden gedaan.
"Goh, wat ben jij knap, zeg!"
Dat is me een lieve jongen.
Nou, het is me wat moois.
Goh, precies op tijd.
Sarcasme
Wie het heeft over een sarcastische uitlating, spreekt in de eerste plaats over een uiting van grove, bijtende spot, van bitter woordgeweld, van agressie. Het effect van sarcasme is intenser en directer dan dat van ironie. De sarcastische leerkracht zal een zwakker presterende leerling misschien zo aanspreken:
"Je moet vooral zó doorwerken, dan kom je er in ieder geval".
Cynisme
Cynisme is wrede, gevoelloze spotternij. Een cynicus is krenkend en spot met elke menselijke waarde, met elk menselijk thema, bijvoorbeeld dood, liefde, haat… Vaak wordt cynisme aangewend als een vorm van zelfverdediging, bijvoorbeeld omdat je machteloos staat tegenover iets wat je teleurgesteld heeft, of omdat je met je gevoelens geen raad weet. Ook wrede, zwarte humor maakt van cynisme gebruik.
Specialist: "Eerst het goede nieuws: er zal een ziekte naar u genoemd worden."